REVIEWS



JACOB TER VELDHUIS FESTIVAL
March 1 - 4 2001 Rotterdam

Dutch newspaper reviews

Frits van der Waa in De Volkskrant:
'- Het moet wel heel mooi geschreven zijn. Dat is de muziek van Ter Veldhuis wel degelijk. Als er iets tot in de puntjes is afgewerkt, is het wel de sound.' ... 'Zijn sound is ultratonaal. Zijn muziek bestaat uit velden waarin de tonen van een zelfde toonladder minutenlang door elkaar kunnen waaien, met een wiegende, dan wel klapperende cadans. Want ook het ostinato is een van Ter Veldhuisí meest beproefde stijlmiddelen. Het vermijden van ambiguïteit maakt zijn muziek zo doorzichtig dat je van oplosbare muziek zou kunnen spreken'....' Op de vierkante millimeter toont hij een verrassende inventiviteit, zoals in Diverso il Tempo, waarin pianist Kees Wieringa en cellist René Berman de in elkaar hakende patronen flitsend gestalte gaven. Nog verrassende was May This Bliss Never End, waarin Ter Veldhuis piano en cello combineert met een elektronische partij, bij elkaar gesampeld uit een interview met jazz-trompettist Chet Baker. Het resultaat is beurtelings humoristisch en ontroerend. Een klapper was de uitvoering van Heartbreakers, waarin Ter Veldhuis een jazzsextet combineert met samples uit de Jerry Springershow en videobeelden. De manier waarop de Houdiniís en vee-jay Daniëlle Kwaaitaal naadloos overschakelden van uitgeschreven naar geïmproviseerde gedeelten was fascinerend. Maar hoewel het stuk met ongelooflijke precisie in elkaar gezet is, laat het toch de gewaarwording na dat Ter Veldhuis zo in de Houdini sound gekropen is dat hij er als het ware in verdwenen is. Zo blijkt wonderlijk genoeg niet alleen de muziek, maar ook de componist zelf oplosbaar.'

Anthony Fiumara in Trouw:
ìSinds de jaren zestig zag je zelden zoín in verwarring gebracht publiek bij een hedendaagse compositie als zondag in de Rotterdamse Doelen. Daar dirigeerde Thierry Fischer het Nederlands Balletorkest in een voorpremière van vijf delen uit Ter Veldhuisí multimediale oratorium 'Paradiso', voor de gelegenheid gebracht onder de titel 'A Sound from Heaven!'. 'Muziek die is gepeperd met suiker', zoals de componist vorige week in Trouw treffend verwoordde. Ontstaat paradijselijke schoonheid bij het uitschakelen van muzikale conflictsituaties, of riep het warme stroopbad die weerstand juist op in de luisteraar? Ter Veldhuisí experimentele kijkje over de rand van de kitsch maakte in ieder geval nieuwsgierig naar het werk in voltooide staat, waarbij Jaap Drupsteen beelden zal maken.'

'Met zijn juttersoog voor weggegooide muzikale grondstoffen blijkt Ter Veldhuis steeds verrassende werken te kunnen schrijven, composities die 'over het leven zelve' gaan. In zijn zoektocht naar waarachtigheid toonde hij zich tijdens het Festival in zijn werken soms confronterend, soms ook ontroerend naïef. Daarbij bleek de componist zijn tonale fundament nog lang niet te hebben uitgeput. Ter Veldhuis heeft de alledaagse wereld als speelvlak gekozen. Dat maakt zijn werk misschien ontvankelijker dan sommigen vermoeden.'

Ernst Vermeulen in de NRC:
'Voorspelbaar was dat van Jacob Ter Veldhuis in de voorronden van het Internationaal Gaudeamus Vertolkersconcours meerdere stukken klonken, gezien zijn voorkeur voor composities met tape, bovendien uitermate sterk in cross-overs. Tegelijkertijd was aan hem een vierdaags festival gewijd in Theater Lantaren-Venster, vijftien jaar na zijn coming out als puur welluidend componist na een onstuimig popverleden. In verrassende wendingen is Ter Veldhuis op zijn best en ook manipuleert hij de werkelijkheid. Teksten uit de zelfkant van de samenleving sampelt hij ritmiserend met een fysieke uitstraling als van Steve Reich. Want deze 'Jeff Koons van de muziek'kan zowel roze-kitschig als down to earth uitpakken. Dit laatste is vooral het geval in Heartbreakers voor jazz-sextet en videobeelden, gebaseerd op gespreksflarden uit de Jerry Springershows.

Erik Voermans in Het Parool:

'Mijn god'....
'Een muur van potdichte drieklanken was het, één lang gejubel in majeur, en eindeloze EO-landdag waarop iedereen lief is voor elkaar en van malkander houdt. Interessante ervaring: muziek kan dus ook te mooi zijn.'

Uit een artikel in Trouw van Anthony Fiumara:

Annelie de Man, claveciniste:
'Toen ik voor de eerste keer een stuk van Ter Veldhuis hoorde, viel me op dat het zo onconventioneel van gebaar was.Dat waardeer ik zeer. Hij laat zich niet in een hokje stoppen, leent van andere disciplines en schrikt er in zijn composities niet voor terug emotioneel te zijn. Vooral dat laatste aspect komt zelden voor in de hedendaagse muziek, maar bij Ter Veldhuis staan ontroeren en sociaal engagement bovenaan. Een componist van uitersten, iemand die zich niet zoals anderen aan zelfopgelegde normen houdt. Hij durft daarmee ook risicoís te lopen. In het Nederlandse landschap van componisten is er verder niemand die zulke dingen doet. Van een vreemde eend in de bijt is Jacob tegenwoordig misschien wel een voorloper geworden.'

Hans van Manen, choreograaf:
'De allereerste keer dat ik zijn muziek hoorde, ben ik voor mijn huis in de auto blijven wachten tot ik wist van wie het was. Ik vind de klank en het gedifferentieerde ritme van zijn muziek fantastisch. Vooral dat laatste is belangrijk voor het ballet. Ik vind het ook mooi hoe het één in het ander overgaat: het is allemaal zo logisch. Zeer inspirerende muziek, waar ik altijd geweldig op heb gewerkt'.

Jaap Drupsteen, videokunstenaar/graficus:
'Laat ik zeggen dat Jacob zich volgens de huidige muziekpraktijk met een enigszins suspect idioom bezighoudt, omdat hij die welluidendheid aanhangt. De discussie daarover interesseert me echter niet zo. Het is belangrijker dat iemand goede stukken schrijft, en de muziek van Jacob zit goed in elkaar. '

BACK