PARADISO CD+DVD REVIEWS 2003


... an eclectic setting of Dante with ravishing playing and strong solo contributions...
Tom Allen is stunning, singing with a purity and directness which magnificently conjures
up the 'chaste and mondest' Dante ans Claron Mc Fadden makes a more than credible Beatrice....
GRAMOPHONE

Zo klinkt de hemel
Als er op televisie zo'n heel erg foute reclame zou moeten worden gemaakt voor Paradiso, het video-oratorium van componist Jacob ter Veldhuis, dan zouden daar wervende teksten bij moeten klinken als 'NU NOG TONALER!', 'NU MET NOG MINDER DISSONANTEN!' en 'ALLE LELIJKE NOTEN ZIJN VERDWENEN ALS SNEEUW VOOR DE ZON''. Paradiso is nu op dvd uitgebracht, op het Britse kwaliteitslabel Chandos nog wel, en Ter Veldhuis schrijft daarmee geschiedenis: hij is de eerste Nederlandse componist die deze eer ten deel valt. Paradiso is voor Ter Veldhuis een belangrijk stuk. Je zou het als zijn antimodernistisch proefschrift kunnen beschouwen het resultaat van het onderzoek of het mogelijk zou zijn muziek te componeren die louter en alleen schoonheid, harmonie, extase, verrukking, troost en geloof in het goede, mooie en juiste uitdrukt (al zijn dat allemaal woorden die je op verschillende manieren kunt interpreteren).
Ter Veldhuis' inzet was een daad van verzet tegen de 'hel en verdoemenis' die hij in zo veel eigentijdse kunst gepredikt zag. ''Ik heb echt mijn hakken in het zand gezet tegen die ontwikkeling. Sinds de tweede helft van de vorige eeuw is kunst steeds conceptueler en vijandiger geworden. Moderne kunstenaars doen me soms denken aan van die orthodoxe predikanten, wier enige wens is ons in te peperen hoe slecht het met de wereld is gesteld.''
Ter Veldhuis wilde er pure schoonheid en welluidendheid tegenover stellen. ''Maar wat is schoonheid? De dissonantiezucht in veel contemporaine muziek is in elk geval niet wat ik 'esthetisch behaaglijk zou willen noemen. Als je het mij vraagt, is dissonantie volkomen gedevalueerd als expressiemiddel.''
Ook Ter Veldhuis is bewogen door de tragedie van het menselijk tekort en het lijden dat daaruit voorkomt, maar zijn antwoord is geen muzikaal cynisme, zwartgalligheid of gepijnigdheid, maar sublimering: ''''Ik streef naar loepzuivere, onaardse en volmaakte welluidendheid, die passie en extase kan opwekken.''
In Paradiso gaat hij daarin verder dan ooit. Het idee voor het stuk ontstond na een bezoekje aan Florence, waar hij in het Baptisterio della Duomo werd getroffen door de paradijselijke beelden op de beroemde koperen deuren van Ghiberti. Na lezing van het deel Paradiso uit Dantes Divina commedia wist hij wat hem te doen stond. In 2000 was het stuk gereed: tachtig minuten muziek voor sopraan, tenor, sampler, vrouwenkoor en orkest, waarbij een zeer belangrijke rol moest zijn weggelegd voor videobeelden van Pulsatu (Jaap en Floris Drupsteen).
Paradiso ging in Groningen in première op 12 september 2001, een dag na De Gebeurtenis. De twee Amerikaanse solisten, sopraan Claron McFadden en tenor Tom Allen, stonden erop dat de uitvoeringen gewoon door zouden gaan. In Paradiso geeft Ter Veldhuis een beknopte samenvatting van Dante's tekst, die hij lardeert met tekstfragmenten uit de moderne wereld: commentaren van de astronauten die deelnamen aan de maanexpeditie van de Apollo 12, stemmen van Amerikaanse evangelisten, een sample van de jazzmusicus Chet Baker, die verhaalt van de verrukkingen die geestverruimende middelen kunnen opwekken. Zoals te doen gebruikelijk bij Ter Veldhuis worden de samples knap gebruikt: hij verwerkt de ritmische formules en de toonhoogten van de samples à la Steve Reich in de orkestpartij, waardoor een organische eenheid ontstaat. Muzikaal neemt Ter Veldhuis in Paradiso enorme risico's. Door zichzelf te verbieden dissonanten te gebruiken, bestaat het gevaar dat hij zijn idioom verengt tot tonale jubelharmoniek. Maar zijn postminimalistische ritmiek biedt altijd compensatie, en bovendien heeft hij McFadden en Allen prachtige melodieën in de mond gelegd. Hij spaart zijn solisten daarbij niet. Ze moeten soms zeer hoge tonen zingen, die het uiterste van hun bereik naderen, waardoor de zang op die plekken gespannen klinkt. Maar niets ten nadele van de sopraan en de tenor. Samen met het Noord Nederlands Orkest en het Noord Nederlands Concertkoor onder Alexander Liebreich halen ze een verrassend niveau. De beelden van Drupsteen zijn overwegend illustratief van karakter. Dat betekent dat wanneer Dante de vuurberg beklimt, er ook een vurige berg in beeld verschijnt, alsmede surrealistische panorama's in blauw-, oranje- en paarstinten. Mooi (en soms ironisch kitscherig) is het allemaal wel, met als een van de hoogtepunten deel vijf, Heaven on earth, waarin de hemel van het materialisme wordt verbeeld door een soort Las Vegas van de Gelukzaligheid, met overal neonbordjes met love, peace en happiness, in een virtuele ruimte met een fantastische dieptewerking. Opmerkelijk is ook de spraaksample in In a sound from heaven, (Drupsteen toont een evangelist in wit pak die met de bijbel staat te zwaaien, toegejuicht door een mensenmenigte), waarin precies dezelfde herhalingspatronen voorkomen als Ter Veldhuis in zijn muziek gebruikt: 'Listen: this is what our churches need, this is what our Bible colleges need, this is what our preachers need, this is what the people in the pews need: it is a Sound from Heaven!' Soms onderbreekt de componist de roes van paradijselijkheid. Sterk is bijvoorbeeld de plotse overgang naar Heaven of lust. De manier waarop Ter Veldhuis hier gesamplede zuchten en kreunen van vleselijk genot (ah, oh, yes! yes! yes! yes!) ritmisch samen laat gaan met harde klappen in het orkest is behalve functioneel ook erg grappig. Als dan eindelijk na ruim een uur de hemelpoort opengaat, klinkt 'het mooiste Amen dat ooit is geschreven' (Ter Veldhuis citeert hier uit Palestrina's Missa Papae Marcelli) en toont Drupsteen het Eeuwige Licht.
Voor heel even geloof je weer dat alles goed zal komen met de wereld.


©  Erik Voermans, Het Parool, 9-9-2003

De term experimentele muziek wordt meestal gebruikt voor de hermetische klanken uit de jaren ë50, maar je zou dat motto net zo goed kunnen loslaten op het oratorium Paradiso van de Nederlandse componist jacob ter Veldhuis (1951). De afgelopen jaren is Ter Veldhuis er in geslaagd zijn eigen authentieke geluid te vinden in een muzieklandschap waarin hij geen gelijke kent. Zoín unieke ( of eenzame) positie noopt menig zwakker kunstenaar tot compromissen of tot aansluitting bij een stroming, om maar ergens bij te kunnen horen. Zo niet Ter Veldhuis, die al tijdenlang tegen de grote stroom in zwemt met muziek die ontroert, raakt en troost. Binnen zijn taal, die bestaat uit de uitersten hemels mierzoet en ards gepeperd, is Paradiso wel het meest extreme werk. In een vraaggesprek dat ik ooit met hem voerde, legde de componist uit dat hij in Paradiso als het ware het visioen van de hemel koestert ì en daarin streef ik een uitdrukkelijke welluidendheid na. Net als in Dantes Divina Commedia raak je in allerlei stadia van gelukzaligheid. Ik ga opzettelijk en nadrukkelijk over de grenzen van het toelaatbare van de kunstmuziek heen. het wonderlijke is dat er iets gebeurt dat ik van tevoren had gehoopt: de muziek is één groot tranendal, maar tegelijkertijd een weldadig harmonisch bad.î Op de SACD en de DVD ( allebei live-opnamen van de uitvoeringen in september 2001) is niet alleen te horen hoe schaamteloos weldadig het resultaat klinkt, maar ook hoe fantastisch er werd gemusicieerd door koor, orkest en solisten onder Alexander Liebreich. Langgerekte vocalen in moeilijke liggingen voor de stralende solisten McFadden en Allern, met een verbazingwekkend gemak gezongen. De zuurstokkleurige beelden van Pulsatu ( Jaap Drupsteen) passen als een maatpak om de muziek van Ter Veldhuis. Mooie verbeeldingen vande hemelen ( de hemel van de lust en de narcotica), in fondante klanken of uitbundig swingende tonen gedoopt. Ook de surround effecten hebben hier zin: het is alsof je opgenomen wordt in de mierzoete Dante-droom. Maar het mooiste zijn de wonderlijke beelden, die je meevoeren op een wonderbaarlijke reis.
Uitvoering: 9 à 10

Anthony Fiumara, Luister 2003

Ter Veldhuis:Paradiso. Chandos DVD 5015.
Twee verhaallijnen lopen door het Video-oratorium van de Nederlandse componist Jacob ter Veldhuis (1951): Danteís ëParadijsí alsmede de expeditie van de Apollo 12 naar de Maan. Laatstgenoemde lijn symboliseert feitelijk de Amerikaanse droom die op 11 september 2001 wreed werd verstoord door de aanslagen op de ëTwin-Towersí. Significant detail:de op deze DVD-video gezette vuurdoop had één dag later plaats dan deze zonder precedent zijnde terreuraanslag, zodat Paradiso met terugwerkende kracht het karakter kreeg van een imposant in memoriam. Het samengaan van beeld en geluid van deze door vader en zoon Drupsteen en het Noord Nederlands Orkest onder Alexander Liebreich gerealiseerde productie is fabuleus. Men waant zich echt op reis door sterk uiteenlopende werelden die variëren van de ëHemel op Aardeí tot en met het ëNirwanaí, van het drugsparadijs van trompettist Chet Baker tot en met de Engelenscharen die voor Gods Troon dansen. Muzikaal gezien valt Ter Veldhuisí grootse en bijna 75 minuten durende partituur te kenschetsen als een intrigerende mix van popmuziek en een Mahleriaanse grandeur. Met dien verstande dat de componist het sterkst is in de lyrische episodes zoals bijvoorbeeld eerder genoemd ëNirwanaí maar ook ëPrimo Mobileí waarin de ënooit eindigende Hemelse Roosí op een beurtelings ingetogen, ontroerende en (letterlijk!) oogverblinde wijze in klinkende munt is omgesmeed. Liebreich, de beide solisten Claron McFadden (sopraan), de tenor Tom Allen, het Nederlands Concertkoor en het NNO spelen, om in de hemelse terminologie te blijven, onafgebroken de sterren van de hemel

Maarten Brandt, De Gelderlander

Paradijselijke klanken

Voor Ter Veldhuis, begenadigd dwarsligger als het gaat om ideeën over hedendaagse muziek, is Paradiso een muzikale metafoor voor de welluidendheid die hij zoekt. Hij heeft zich in al zijn werken afgezet tegen de idee van een dissonant om de dissonant en wil nadrukkelijk 'communiceren met de luisteraar'. Daarvoor heeft hij zo zijn eigen middelen die lopenvan goedgekozen samples uit bijvoorbeeld zoiets plats als de Jerry Springer Show en melodische en harmonische constellaties die bij vlagen het suikerzoete niet schuwen, maar door het voorkomen in hun omgeving weer uitstijgen boven de kitsch die men het graag wil noemen. In Paradiso komt het allemaal in verhevigde mate terug en gaat hij zoals hij het zelf zegt 'nadrukkelijk en opzettelijk over de grenzen van het toelaatbare in de kunstmuziek heen'. Toelaatbaar of niet, mooi is het wel en het werkt nog ook. De prachtige live-opname voert ons dan weer zoet wiegend, dan weer wild swingend door de diverse hemelen. De opname benut de surroundeffecten op zeer overtuigende wijze en maakt duidelijk dat Ter Veldhuis niet alleen zijn eigen taal heeft gevonden, maar dat die taal ook doorlopend in beweging is. Ook heeft Ter Veldhuis in de beeldtaal van vader en zoon Drupsteen een prachtig visueel equivalent gevonden voor zijn muziek. De beelden kunnen langskomen als een gekmakende deformatie van de consumptiemaatschappij en dan weer letterlijk als een hemels licht de kijker hypnotiseren zoals de klanken de luisteraar naar zoete dromen wiegt. Hoewel Paradiso bij de première op 12 september in een wonderlijk visionair licht kwam te staan door de aanslag op de Twin Towers de dag ervoor en de ondertoon meer de 'onmogelijkheid van de mens werd om het Paradijs te bereiken', zijn muziek en beeld in alle opzichten zalvend in de goede zin des woords. Bovendien wordt door de twee Amerikaanse () solisten Claron McFadden en Tom Allen, buitengewone prestatie geleverd en laat het NNO horen dat het inmiddels tot het beste en meest avontuurlijke provinciale orkest van Nederland gerekend mag worden. Paradiso is een buitengewoon ambiteus project waar CHANDOS zijn nek voor heeft uitgestoken en waarvoor weinig kosten bespaard zijn.

Paul Janssen, Mens en Melodie

 

Jacob ter Veldhuis zet zich al jaren af tegen de vermeende 'dictatuur van de avant-garde'. Onder het motto 'Schönberg begin de vergissing van de eeuw door het tooncentrum uit te bannen', benadrukt hij in zijn eigen werk steeds sterker de muzikale grondtoon. Begrijpelijkheid en schoonheid staan voorop: Ter Veldhuis componeert nadrukkelijk voor luisteraars, niet voor een groepje ingewijden. Hij koppelt de energie van rockmuziek aan de klankschoonheid van oude muziek, de rijke harmonieën van filmmuziek, de swing van jazz en het vervreemdende effect van samples. Dit leverde prachtige composities op als De Zuchten van Rameau, waarin de middels een stemsleutel verbogen tonen van een clavecimbel worden gepaard aan het gesampelde gejank van Jimi Hendrix' gitaar en Lipstick, waarin een fluitist een dialoog aangaat met een gettoblaster vol samples uit Amerikaanse talkshows. Ter veldhuis' achtergrond als fluitist, bassist en toetsenist in een symfonische rockband schemert door de verzadigde klanken van zijn drie strijkkwartetten en het opzwepende Goldrush Concerto. Het oratorium Paradiso gaat nog een stapje verder: dissonantie ontbreekt vrijwel geheel. Het idee ontstond hiervoor in 1988. Getroffen door een afbeelding uit het Paradijs in de Dom van Florence besloot de componist het derde boek van Dante's Divina Commedia te gaan lezen. Hierbij raakte hij er geleidelijk van overtuigd dat hij diens 'hemelse harmonie' muzikaal zou kunnen vangen in 'ultratonale' muziek. Paradiso is een ode aan de welluidendheid en de meeslepende werking van de door de modernisten zo vermaledijde drieklank. Met Paradiso wilde Ter veldhuis tegenwicht bieden aan het doemdenken in de moderne kunst, maar de ironie van het lot bepaalde dat de première gepland stond op 12 september 2001 - een dag na de vliegtuigaanvallen op het World Trade Center. Men liet de voorstelling doorgaan als symbool van hoop en verzoening. De live opname in de Helpman Centrale in Groningen opent met een minuut stilte. Tjirpende krekels en rommelende donder bieden een vooruitblik op het paradijs dat zich de komende 70 minuten ontvouwt. Paradiso zit barstensvol schitterende melodieën en wervelende Philip Glass-ritmes. De arcadische sfeer wordt bij wijlen doorbroken door omineuze samples van Amerikaanse televisiedominees en geëxalteerde uitroepen van de bemanning van de Apollo 12. Hilarisch is het orgasme van Beatrice dat wordt afgezet tegen bombastische strijkers en kwinkelerende vogeltjes. De zwelgende Pucciniaanse zanglijnen worden fantastisch vertolkt door Claron McFadden en Tom Allen. Ook orkest en koor zijn onder Alexander Liebreich geweldig op dreef. Ter Veldhuis kon zich geen betere advocaten van zijn muziek wensen.

Thea Derks, Klassieke Zaken


JACOB TER VELDHUIS (b.1951): Paradiso. Dante and Beatrice jouney to Paradise, passing through Earthly Paradise, the Garden of Eden, the Heavens of Love and Lust, of Religion, of Drugs, of Nirvana and more. They run into the Apollo moon-landing astronauts, a ranting American TV evangelist and a heavily-drugged Chet Baker among others. Obviously made for video (a DVD of the premiere performance is also available), Paradiso doesn't work too badly as sound-only either, as long as you don't mind the complete lack of any kind of dissonance or minor keys. Ter Veldhuis makes it clear in a polemical note that he's sick and tired of composers writing depressing, difficult and atonal music and that he is going to provide nothing but sweetness and light. That he does, with a lot of the necessary variation in mood provided by using sampling of the aforementioned televangelist, the astronauts and Mission Controllers, etc. to provide rhythmic variation. Not really New Agey but not completely "straight" either. Italian and English texts, English translations. Claron McFadden (soprano), Tom Allen (tenor), Karel Gerritsma (sampler), Pulsatu (video), North Netherlands Concert Choir and Orchestra; Alexander Liebreich. Chandos 10050


Standing Ovations, 5. August 2003 Kundenrezensionen Amazon.com Durchschnittliche Kundenbewertung: *****
Rezensentin/Rezensent: Panoramica, Berlin Deutschland

Jacob ter Veldhuis ... komponierte mit samples witziger als Steve Reich in dessen City Life. Gelungen schien mir beides nicht im Einsampeln von Stimmen aus dem Telefon etc. Besser wurde die Arbeit mit Samples bei Jacob ter Veldhuis in May this bliss never end, wo er das letzte Interview des Jazzmusikers Chat Baker für Klavier, Violoncello und Ghettoblaster verarbeitete. Die Sürten von Rameau kombinierten Cembalo, Harfe und E-Gitarre (Richtung heavy metal) gelungen inkl eingesampelter Töne. Sein in mehreren Versionen vorhandenes Postnukleares Wintescenario gelangte als Protest gegen den Golfkrieg der Amerikaner 1991 gleich in mehrere Tv-Programme weltweit und erhielt wichtige Preise. ABER HIER setzt JACOB ter VELDHUIS allem heftig was drauf. Spass hat's ihm immer gemacht Neues mit Altem zu verbinden. Vieles klingt eingängig, folgt aber oft neuen Kompositionsmethoden. Und hier haut er aus den vollen italienische Stimmen beeinflusst von Palestrina (nach eigener Aussage, hier das klingt frischer) rein, kombiniert diese phasenweise mit Einschüben aus May this bliss never end, welchen Bliss meint er, die Stimmen, man befürchtet Paradiso verloren, kommen zurück, selbst ein amerikanischer Prediger wird so gelungen eingebaut, wie ich das bei Voice-Samples noch nicht gehört habe, nicht daß er zurückgenommen wird dabei, nein., er predigt, was das Zeug hält und Jacob ter Veldhuis übertrifft für mich hier eindeutig Steve Reich im Umgang mit Samples. Über allem schwebt Paradiso in der Bearbeitung von ter Veldhuis und verhilft dem viel geschundenen Wort Ñwundervoll" gleich zu mehreren Medi-Packs und neuer Erholung. Paradiso Oratorio ist eine Video-Oper, inspiriert nach Dantes Divina Comedia (Paradies), deren Bilder auch auf der Homepage von Jacob ter Veldhuis zu sehen sind. Mit entsprechender Zeit hört man diese Musik viele Stunden non-stop um sich darauf zu freuen, wieder Zeit dafür zu haben.
Treffender : Standing Ovations !!!

rose

BACK